Shockwave Therapie (ESWT) bij spasticiteit is een behandeling die de spierspanning verlaagt. Hierdoor verminderen (pijn)klachten en verbetert het dagelijks functioneren van patiënten die kampen met spasticiteit als gevolg van bijv. CP, MS of CVA. 

 

Wat is shockwave therapie? 

Shockwave therapie is binnen Nederland vooral bekend als behandelmethode voor peesklachten. Het shockwave apparaat creëert drukgolven die via een behandel applicator op het lichaam worden overgebracht om zodoende de spieren te behandelen. Het gaat hierbij niet om elektrische schokgolven maar om mechanische geluidsgolven.  

De afgelopen jaren is veel wetenschappelijke onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat shockwave de spierspanning verlaagt, de beweeglijkheid van gewrichten laat toenemen en ook het looppatroon verbetert (mits dit beperkt is door een hoge spanning in de kuitspieren) bij spasticiteit. Shockwave therapie vermindert de symptomen van spasticiteit en is daarmee een waardevolle aanvulling binnen de revalidatie/behandeling.  

Meerdere onderzoeken tonen aan dat shockwave therapie een veilige, effectieve en praktische methode is om spasticiteitsklachten te behandelen. Deze methode heeft een dieptewerking van 2 tot 4 centimeter en is daarom vooral geschikt voor oppervlakkige spieren. 

 

Hoe werkt shockwave therapie bij spasticiteit?

Om een spier te laten aanspannen verstuurt het zenuwstelsel een ‘elektrisch’ signaal naar de spier. Zodra dit signaal aankomt aan het einde van de zenuw moet dit signaal worden omgevormd naar een ‘chemisch’ signaal in de spier. Dit gebeurt bij de overgangen tussen de zenuw en de spier. Bij spasticiteit is dit proces vaak continu gaande zonder dat er bewust gekozen wordt om de spier te laten aanspannen. Er zit als het ware geen rem op. Dit geeft een spastische spier een hoge basisspanning die vaak leidt tot lichamelijke klachten.

Uit wetenschappelijk onderzoekt blijkt dat de overgangen tussen de spier en de zenuw gevoelig zijn voor shockwaves. Behandeling met shockwave therapie zorgt ervoor dat er minder signalen, die voor aanspanning zorgen, bij de spier aankomen. Er komen echter nog ruim voldoende signalen bij de spier aan om deze gewoon te gebruiken. Het kan wel even wennen zijn om de spier te gebruiken nu er minder spanning op staat.  

 

Hoe ziet een behandeling er uit? 

Voor de eerste behandeling wordt een intake en een onderzoek afgenomen. Dit onderzoek wordt na de laatste behandeling herhaald om het behaalde resultaat te evalueren. Er wordt driemaal, een keer per week, behandeld met shockwave therapie. De behandeling duurt enkele minuten per spier en is over het algemeen niet pijnlijk. Ook voor kinderen is deze behandeling goed verdraagbaar. Dit geld ook voor kinderen met een cognitieve ontwikkelingsachterstand. Pijnstilling of narcose zijn dan ook, in tegenstelling tot botoxinjecties, niet nodig.

Om de prikkels die het shockwave apparaat maakt goed te geleiden wordt er gewerkt met contactgel. Dit kan wat koud aanvoelen. Het apparaat maakt een tikkend geluid. Voor kinderen is het daarom prettig als een van de ouders/verzorgers aanwezig is bij de behandeling.

 

Wie komt in aanmerking voor behandeling?

Shockwave therapie kan worden overwogen bij klachten op basis van een hoge spierspanning ten gevolge van spasticiteit van de arm- en beenspieren. Specifiek geldt dit voor kinderen met spastische cerebrale parese (CP) en volwassenen die kampen met spasticiteit ten gevolge van een hersenbloeding- of infarct (CVA). 

Een hoge spierspanning leidt vaak tot problemen in het dagelijks leven. Denk hierbij aan moeilijkheden met lichaamsverzorging, lopen, slapen, fijne motoriek en andere beperkingen. Daarnaast kan er pijn, een vermoeid gevoel en een verminderde beweeglijkheid van de gewrichten in armen en/of benen ontstaan.  

Voor de behandeling van andere indicaties en diagnosegroepen (multiple sclerose (MS), dwarslaesie etc.) is minder wetenschappelijk onderzoek gepubliceerd. Behandeling bij deze indicaties is alleen aan te raden na uitvoerig overleg met uw revalidatiearts. 

 

Wanneer kan er niet behandeld worden?

In de volgende situaties kan er niet behandeld worden. 

  • Tumoren in het behandelgebied
  • Neuromusculaire aandoening (spierziekten)
  • Elektronische implantaten in het behandelgebied
  • Koorts
  • Extreme gevoeligheid van de huid
  • Bloedstollingsziekten